This post is also available in: English (Engels) Français (Frans)
De Belg heeft “een baksteen in de buik”. Wie kent dit spreekwoord niet? En dat is te zien aan de cijfers voor de bouwsector, die iets meer dan 5% van het BBP van het land voor zijn rekening neemt. Deze sector alleen al is goed voor meer dan 17% van het totale aantal bedrijven, waarvan 62% in Vlaanderen, 27% in Wallonië en 11% in het Brussels Gewest. Er is een zeer hoge mate van granulariteit, met enkele grote bedrijven, maar vooral een groot aantal KMO’s en VSE’s.
Deze bedrijven hebben 7% van de particuliere werkgelegenheid in dienst, waarvan 56% handarbeiders, 16% werknemers en 28% zelfstandigen. En er is een ernstig tekort aan mankracht: zo’n 5.000 posten moeten op permanente basis worden ingevuld.
Er worden jaarlijks zo’n 50 miljard werken uitgevoerd, met een aanzienlijk aandeel voor de residentiële sector van 47%, 36% voor de niet-residentiële sector en 17% voor de burgerlijke bouwkunde.
Vlaanderen neemt het leeuwendeel voor zijn rekening met 80% van het bouwvolume. De resterende 18% is voor Wallonië en 2% voor Brussel.
“Als de bouw gaat, gaat alles. “Dit is begrijpelijk gezien het belang van de sector voor de economie van het land.
België is een van de weinige landen waar het aandeel van de eigenaars bijna 70% en 30% van de huurders bedraagt. Algemeen gesteld zijn deze cijfers in onze buurlanden het tegenovergestelde. Diep in onze genen zit het idee dat baksteen een veilige investering is. De zwakte van onze pensioenen en het ontbreken van een veralgemeend tweedepijler systeem hebben dit aankoopgedrag zeker in de hand gewerkt.
Deze trend is zal veranderen. Het moet gezegd worden dat vandaag de dag de toegang tot het eigendom van onroerend goed voor een eerste koper ingewikkelder wordt met betrekking tot het eigen vermogen dat hij moet meebrengen om zijn aankoop te doen. De tijd van eenvoudig vastgoedkrediet voor meer dan 100% van het aankoopbudget is echt voorbij. Een eigen inspanning van minimaal 20% is vereist met een gecontroleerde en zekere terugbetalingscapaciteit. Voor een gemiddelde aankoop is dit een zeer belangrijke investering die velen niet zonder hulp van buitenaf kunnen doen.
Kopen betekent ook “zich vestigen” op een vaste locatie. De hoge vastgoedbelastingen die in ons land verschuldigd zijn om een nieuw onroerend goed te verwerven of een aankoop te doen op de bestaande huizenmarkt kunnen de trend van bezit eveneens doen veranderen. Voor iedereen die de mobiliteit op het gebied van werk en gezinssamenstelling wil behouden zijn de hoge belastingen een rem op de beslissing tot aankoop.
Dan komen de beleggers die met grote belangstelling naar de woningmarkt kijken. De residentiële markt is minder risicovol dan andere onroerende goederen, maar geeft lagere rendementen die de inflatie volgen en kan op lange termijn reële meerwaarde opleveren. De kandidaat-koper kan ook een goede huurder zijn. Dit zijn enkele overwegingen over een belangrijke sector van het economische leven van ons land die iedereen op een of andere manier raakt in zijn dagelijks leven, of het nu gaat om eigenaars, huurders, collega’s, investeerders, promotoren, agenten, …. We komen binnenkort terug met een nieuwe episode
over de niet te onderschatten risico’s van deze activiteit.